vrijdag 17 februari 2017

Enkele sfeerbeelden















Eerste week stage

Het leven gaat hier gewoon zijn gangetje

De jongens hebben al de hele week geen school, behalve Sulej, die gaat naar een andere school. Ook Majnima die les volgt op mijn stageschool heeft heel de week les.
Om half vijf vertrekt één van de zonen van Manlafi met zijn busje. Hij werkt als buschauffeur.
Na de oproep voor het eerste gebed, beter dan eender welke wekker, beginnen de vrouwen de binnenplaats te vegen. Er zijn hier geen vuilnisbakken, alles wordt op de grond gegooid. Als alles geveegd is maken ze het vuur aan voor het ontbijt en wassen ze de kledij aan de kraan buiten.
Stilletjesaan komen de jongens naar buiten en gaan rond het vuur zitten, het is fris ’s morgens.
De auto van Manlafi wordt door één van de jongens afgespoeld. Ik weet dat het zeven uur is, omdat Manlafi iedere morgen naar het BBC News kijkt. Tijd om te ontbijten en me klaar te maken voor school.
De vrouwen van Manlafi vertrekken naar hun tuin waar ze groenten kweken. Ze gaan er elke dag heen om de groenten water te geven en een deel te oogsten voor verkoop.
Manlafi brengt mij en Majnima naar school. Onderweg pikken we nog een paar kinderen op. Tegen de tijd dat we op school aankomen is de auto goed gevuld. 

 Ik groet een paar mensen op de speelplaats. Er zijn veel mensen om rekening mee te houden op school: de directeur, twee vice-directeurs, elke graad heeft een paar oversten die de boel in de gaten houden, meestal gepensioneerde leerkrachten, en dan nog de leerkrachten van de verschillende graden.
Ik focus me op de eerste graad. Eén van de leerkrachten is nog maar pas begonnen en is net als mij nog student en krijgt niet veel steun. Ik heb gevraagd of mijn hulp welkom is in zijn klas. Ik probeer hem zo goed als ik kan bij te staan.
Alles is hier anders. De leerlingen spreken thuis Mandinka. Wanneer ze starten met school, wordt beslist door de ouders. Sommigen starten het eerste leerjaar pas als ze 11 of 13 jaar oud zijn. De meesten zijn ietsje jonger, maar de eerste graad is hun eerste kennismaking met het Engels. Ze moeten dus op het  moment dat ze  leren lezen en schrijven ook een nieuwe taal leren. Sommigen gingen reeds naar de kleuterklas en hebben als een stapje voor op de rest.
Ik ervaar dezelfde moeilijkheden qua meertaligheid als in ons onderwijs.

Engels is hier de nationale taal en heel belangrijk. In het gebied waar ik verblijf spreken ze hoofzakelijk Mandinka, maar het land heeft vele regio’s. In een andere regio spreken ze Wollof, in nog een andere Fulla, enz…. Het is dus belangrijk in dit land om een gemeenschappelijke taal te hebben om elkaar te kunnen verstaan: het Engels.
Door de verkiezingen en de problemen achteraf hebben de scholen maanden stilgelegen. De kinderen komen ook niet regelmatig naar school. Er zijn geen vaste regels, geen afwezigheidsdocumenten die dienen afgegeven te worden. Door de onregelmatige aanwezigheid van de leerlingen is het heel moeilijk om een bepaald niveau te garanderen in de klas.
Ik moet het in mijn achterhoofd houden dat ik in The Gambia ben en niet in België. Als ik begin te vergelijken heb ik enkel frustratie in mijn hoofd.
Ik probeer Jusuffa, de student die lesgeeft in het eerste leerjaar nu te helpen met de kinderen. Na een week zie ik al vooruitgang in de klas, we zijn dan ook met twee!

zondag 12 februari 2017

Huwelijksdag! (10 februari 2017)

De dag van het huwelijk (10 februari 2017)
De dag begint zoals ze gisteren geëindigd is, met koken. De vrouwen komen druppelsgewijs binnen op de binnenplaats, maken een praatje en beginnen groenten te schillen enz….
Alles gaat rustig zijn gangetje. De toekomstige bruid heeft haar eerste jurk aan, een knalrode. Ze heeft heel veel make-up op en lange ‘valse’ haren. Zo loopt ze een paar uur rond met haar GSM in de hand. Ondertussen komt er nog meer volk binnen. Er wordt thee gedronken en gegeten.
Daba, de bruid, heeft haar tweede jurk aangetrokken. Het is tijd om te vertrekken. De bruid gaat naar de compound van de bruidegom om te trouwen. Het is een islamitisch huwelijk, en ook het enig huwelijk. Hier wordt niet getrouwd in het gemeentehuis, er is ook geen huwelijksboekje of huwelijkscontract. De bruidegom heeft 5000 dalasi (ongeveer 100 euro) betaald voor de bruid in overeenkomst met de vader van de bruid. Het is ook de vader van de bruid die toestemming heeft gegeven voor het huwelijk.



Daba is weg. De ceremonieband arriveert. Djembe’s worden uitgeladen uit het busje. Eerst krijgt de groep te eten. Ik vlucht af en toe weg naar de rust van mijn kamer, want het wordt hier behoorlijk druk.
Achter de keuken weerklinkt het geluid van getrommel. Ik ga kijken. De oudere vrouwen staan lachend te dansen. De eerste vrouw van Manlafi ontvangt geld van de dansende vrouwen en doet dit in een schaal. Terwijl de vrouwen dansen wordt er meer geld uitgedeeld en in de schaal gelegd.
Een tijdje later begint de ceremonieband en hetzelfde gebeurt hier. De tweede vrouw van Manlafi leidt een groep vrouwen in de cirkel en iedereen doneert geld in de schaal. Ik vermoed dat dit naar de familie en naar de bruid gaat.
Ondertussen krijgt iedereen te eten en te drinken. Het dansen gaat gewoon door alsook het gooien (als ik het zo mag noemen) met het geld.
De bruid heeft ondertussen honger gekregen. Één van haar broers gaat haar eten brengen en ik mag mee. We gaan naar het dorp. Daba en haar entourage zitten in een klein kamertje bij een vrouw die make-up aanbrengt bij één van de meisjes. Ze ziet er een paar tonen bleker uit en heeft extra grote valse wimpers aan.


We keren terug naar het huwelijksfeest. Het volk blijft maar toestromen. Gelukkig krijg ik het gezelschap van een paar kinderen, dan voel ik me niet zo alleen in deze gigantische menigte. Ik probeer alles in me op te nemen, maar er is overal zoveel te zien!




Daba arriveert in weer een andere jurk en wordt naar het midden van de cirkel gebracht. Een menigte danst rond haar en weer wordt er met geld gegooid. Dit doet ze nog een 4-tal keer.
Uiteindelijk arriveert de man van Daba en gaan ze nog eens gezamenlijk naar de cirkel, de menigte volgt. Het wordt me iets te druk. Ik besluit vanop een afstand toe te kijken. Helaas, de broers komen me halen, ik MOET foto’s nemen van het koppel. Natuurlijk!






Om 23 uur wordt de muziek stopgezet. Het volk keert huiswaarts. Een gigantische hoop rommel blijft achter op de binnenplaats. Ik help nog wat met opruimen en kruip uitgeput in bed.

Eerste schooldag (8 februari 2017)

Eerste schooldag (8 februari 2017)

Vandaag ga ik voor de eerst keer kennismaken met de stageschool. Ik neem mijn camera nog niet mee uit beleefdheid. Ik wil dat ze mij eerst leren kennen voor ik achter mijn lens kruip. Dus jammer genoeg nog geen foto’s van de school.

Ik neem alvast de boeken mee die ik kocht om de schoolbibliotheek aan te vullen.

We komen aan op school. Opnieuw is het Manlafi die me introduceert, eerst bij de hulpdirecteur Osman, want de directeur zelf is op bezoek bij een zieke leerkracht. De directeur blijft niet lang weg. Manlafi vertelt de directeur wie ik ben en waarom ik hier ben.

Daarna volgt een rondleiding door de school. Ik zal eerst kennismaken met de eerste graad, daarna de tweede graad en tenslotte de derde graad. Tegen het einde van de rondleiding ben ik uitgeput. 3 graden met in elke graad gemiddeld 7 klassen en per klas tussen de 40 à 50 kinderen. Dat wil zeggen dat ik zojuist een 800-tal kinderen de revue heb zien passeren.

Morgen ga ik terug om te observeren.

De rest van de dag verloopt rustig.
Als ik op de compound aankom krijg ik meteen te eten. Ze willen dat je als gast niets tekort komt.

Er begint familie toe te stromen voor het trouwfeest. Eén van de zonen van Manlafi is aangekomen. We praten over The Gambia en België en de verschillen, maar ook de gelijkenissen.

Wat me opvalt is dat familie hier nog heel erg leeft, enorm leeft zelfs. Iets waar we in België veel van kunnen leren.

Observatiedag en voorbereidingen voor het huwelijk (9 februari 2017)

Opnieuw wordt ik gewekt door het geluid van het gebed uit de moskee. Ik besluit deze keer niet onmiddellijk op te staan. Een muis heeft zitten knagen aan mijn stokbrood en heeft me een paar keer wakker gemaakt vanacht. Ik blijf dus nog eventjes liggen.

Ik maak mijn rugzak klaar met water, hoed, camera en ben klaar om naar school te gaan.
Ik start in de allereerste klas in de rij. Er zijn zeven klassen van het eerste leerjaar. Voor de pauze observeer ik in deze klas en na de pauze verhuis ik naar de klas ernaast. Ik wil de leerkrachten niet te veel belasten.
De eerste leraar is heel jong en nerveus. Ik stel hem gerust en zeg hem dat ik mij onzichtbaar zal maken achteraan in de klas, voor zover dat mogelijk is al blanke op de school. De leraar start zijn les, hij introduceert de ‘u’ in de klas volgens de ‘Jolly Phonics’ methode, een methode die gelijkaardig is aan ons ‘veilig leren lezen’. Ik merk dat de leraar nog niet erg ervaren is om te werken met de methode. Hij wil dat het te snel gaat.
Na een tijdje verontschuldigd hij zich en zegt dat hij nog in training is als leraar. Ik stel hem nogmaals gerust en zeg hem dat ik ook een student ben en nog veel moet leren en dat we elkaar kunnen helpen.




De kinderen hebben nu al 2,5 uur doorlopend les gekregen en worden heel onrustig. Ik stel hem voor om een spelletje met de kinderen te spelen. Ik leg hem het spel ‘dirigentje’ uit. Het duurt een tijdje eer ik het uitgelegd krijg. Na een paar keer proberen begint het te lukken. 41 leerlingen is wel veel om in een kring dirigentje te spelen, er wordt wat geduwd en getrokken, maar al bij al lukt het aardig. Even adempauze voor de leraar.

Na de pauze observeer ik in de andere klas. De juf heeft iets meer discipline. Ze is dan ook al meer ervaren en geeft al 4 jaar les.
Ik merk dat een groot deel van de klas problemen heeft met het hakken en plakken van de letters.
Een andere juf komt binnen en vertelt dat de school, wegens de politieke onrust, bijna twee maanden leeg gebleven is. De ouders hadden schrik om hun kinderen naar school te sturen.
De leerkrachten dienen dus van nul terug te beginnen!

Ik denk dat ik weet wat mijn taak zal zijn de volgende vier weken: Ik wil de leerkrachten helpen zoveel mogelijk achterstand weg te werken. Ze hebben de hulp hard nodig!

Als ik terug op de compound kom is het een drukte van jewelste. Vrouwen komen de poort binnen en installeren zich, ze kletsen erop los. De vrouwen groeperen zich. Één groep houdt zich bezig met het maken van baobabsap, een andere groep maakt caçave klaar, nog een andere groep reinigt de kip. Er is diepgevroren kip gekocht. Normaal, als er kip gegeten wordt, nemen ze een kip uit de tuin, levend, en maken ze deze een kopje kleiner om ’s middags op mijn bord te verschijnen.




Er blijven mensen aankomen. Er is een enorme drukte en ik kom ogen tekort om alles te zien wat rond mij gebeurt.
Ondertussen heeft Daba, de dochter die morgen zal trouwen, zich teruggetrokken in een kamer samen met vriendinnen. Ze maakt zich klaar voor morgen. Ook de bruidsmeisjes worden voorzien van vals haar, heel fascinerend om te zien.


De avond valt, de groepen vrouwen vertrekken om morgen terug te komen, vrees ik. Ze verwachten 300 gasten voor het huwelijk. Ik denk dat ik vroeg in mijn bed zal kruipen om de drukke dag van morgen te overleven.

Introductie in de gemeenschap (7 februari 2017)

Ontmoeting met imam en dorpshoofden (7 februari 2017)

Na een korte nacht, ik word gewekt door het geluid van het gebed in de moskee, drink ik eerst een tas koffie om wakker te worden.

Het is nog stil buiten. Mijn gastheer vertrekt naar de moskee om te bidden en de oudste dochters beginnen de binnenplaats te vegen. Als alles geveegd is is het tijd om de was te doen. De kledij wordt gewassen en opgehangen, daarna beginnen de meisjes aan de lunch. De jongens worden later wakker en maken zich klaar om naar school te gaan. Er is maar één jonger meisje in de familie die naar school gaat, maar zij dient eerst mee te helpen met de taken in en rond het huis.

Mijn gastheer vertrekt naar een naamgevingsceremonie en zal mij later komen halen om mijn respect te tonen aan de imam en de dorpshoofden.
Ik dien colanoten te kopen om dit aan hen te schenken tijdens mijn bezoek.

Na de lunch valt alles hier stil. Iedereen zit samen buiten en kletst er op los of doet een dutje. Ik heb deze tijd nodig om de uitgebreide familie van Manlafi te leren kennen. Op de compound wonen niet alleen zijn twee vrouwen en kinderen, er wordt ook gezorgd voor andere leden van de familie en gezien één van de dochters vrijdag trouwt komt er nog meer volk dan anders over de vloer. Veel mensen om te leren kennen!

Rond vijf uur is mijn gastheer terug en vertrekken we richting imam.  We rijden het centrum van Gunjur in. Manlafi lijkt iedereen te kennen en we stoppen herhaaldelijk om hallo te zeggen en een praatje te slaan. Iedereen is even nieuwsgierig. Ik koop de cocanoten bij een broer van Manlafi.

We komen aan bij de imam, hij is al oud en heeft amper tanden in zijn mond. Ik vraag me af hoe hij op die noten gaat kauwen. We gaan binnen in een ontvangstruimte. Eerst dien ik mijn schoenen uit te doen. Manlafi voert het woord en legt uit waarom ik in Gunjur ben. De imam belooft voor mij te bidden zodanig dat alles vlot en voorspoedig verloopt, het geeft me een warm gevoel. De imam heeft een heel grote rol in het dorp. Hij zorgt voor het gebed vijf maal per dag, maar hij zorgt ook voor éénheid in de gemeenschap. Als er problemen zijn gaan de mensen eerst naar de imam, ook bij echtelijke moeilijkheden. De imam is het luisterend oor voor de mensen en door zijn tussenkomst worden heel veel problemen opgelost. Ik bedank de imam voor zijn gebeden en schenk hem de cocanoten.

Daarna gaan we richting dorpshoofden. De burgemeester zit rustig buiten te keuvelen met één van zijn assistenten. Opnieuw wordt het verhaal gedaan waarom ik hier ben en opnieuw wordt me succes gewenst. Ik voel me zeer welkom in de gemeenschap.

We gaan huiswaarts. Het is ondertussen een beetje afgekoeld en iedereen gaat douchen voor het eten. Na het eten zit iedereen ’s avonds buiten of als er elektriciteit is zit iedereen voor de televisie. De elektriciteit valt hier geregeld uit, dus veel kans om te kijken is er niet.


Mijn ogen beginnen toe te vallen, teken dat de dag lang genoeg geduurd heeft.

Kennismaking met het gastgezin

Manlafi staat me samen met zijn jongste zoon Abdulkarim op te wachten in de aankomsthal.
Op het bordje staat “Sofia Tores”, een foutje die nog al eens gebeurd wanneer men mijn naam schrijft. Vanaf nu ben ik dus “Sofia Tores”.
Een jongeman begeleidt ons naar de wagen, mijn gastheer, die niet meer van de jongste is, sleept mijn kar met koffers naar de wagen toe. De jongeman doet niets om een handje toe te steken. Toch dien ik een fooi te betalen, alsook aan de jongeman in de rolstoel die over de auto gewaakt heeft.

We gaan op weg.
Het is warm.
Overal zie ik mensen langs de baan.
Af en toe is er een wachtpost en moeten we even stoppen, normaal gezien worden dan alle documenten van de wagen gecontroleerd, maar na een paar vriendelijke woorden mogen we onze weg verderzetten.
Langs de weg zie ik veel mangobomen, sinaasappelbomen, papaya,…
Overal lopen schapen, koeien steken zomaar de weg over, mensen ook, levensgevaarlijk!
Ik zie veel auto’s, maar ook veel karren met paarden of ezels, fietsen en een paar bromfietsen.
Langs de weg staan veel winkels waar vanalles te koop is, van garagepoorten tot vers fruit.

Manlafi praat met mij over de politieke situatie van zijn land. Er is hoop, heel veel hoop. Tijdens het oude regime werden heel veel mensen zonder reden opgepakt en gefolterd. Je moest steeds over je schouder kijken, niets was veilig.
Nu, met de nieuwe president, zal alles veranderen. “We zijn eindelijk vrij”, zegt hij.

Op 10 februari trouwt de dochter van Manlafi. Ze verwachten een heel veel gasten, “in the hundreds”. Ik kijk al uit om de voorbereidingen en het feest zelf mee te maken!

Op 18 februari wordt de nieuwe president gehuldigd, op “independence day”! De ex-president vierde deze dag nooit. Een nieuw begin voor The Gambia.

We komen aan op de compound.
Aarzelend komt iedereen mij groeten, “hello, how are you?”, het zinnetje dat ik het meest zal horen vandaag.
Manlafi toont mijn kamer. Ik zie een grote kamer met een groot tweepersoonsbed, een tafel, twee stoelen, ik voel me verwend. Er gaat nog een deur open, ik zie een  toilet en een emmer en een afvoergatje in de grond. Ik dien water te halen aan de kraan om me dan hier te kunnen douchen, met emmer en plastic kopje.
Ik had zoveel luxe echt niet verwacht, maar het is leuk om te weten dat ik toch een plekje voor mezelf zal hebben de volgende 5 weken.



Ik breng de hele dag door met de familie. Ze praten “Mandinka”, ik versta er eerlijk gezegd geen woord van. Af en toe sluipt er een Engels woord tussen.
De dochter van Manlafi loopt heel de tijd heen en weer, ze kookt, wast, veegt, enz… De zonen lopen af en aan, maar voeren eerlijk gezegd niet veel uit. Huishoudelijke taken zijn in The Gambia voor de vrouw.


Er wordt mij gevraagd of ik chinese thee lust. Natuurlijk lust ik thee. Één van de zonen van Manlafi begint met kolen op te warmen, plaatst daar een theepot op met wat theebladeren in en begint dan aan een soort ritueel die ik nog nooit gezien heb. Hij giet de thee uit de pot, die veranderd is in een schuimende massa en giet dan de thee afwisselend van het ene glas in het andere. Een bruin goedje met heel veel schuim, zo ziet de thee eruit. Als ik het uiteindelijk, na heel veel overgieten in mijn handen krijg smaakt het effectief naar jasmijnthee, maar dan mierzoet.

Er wordt ook constant fruit gegeten, vooral sinaasappelen. De binnenkoer staat vol met sinaasappelbomen en iedereen plukt, als hij/zij daar zin in heeft, gewoon een sinaasappel uit de boom. Abdulkarim, de jongste van allemaal, heeft er volgens mij al meer dan tien opgegeten sinds ik hier aangekomen ben.

Het eten dat ik aangeboden krijg is lekker, ik heb vandaag al twee keer vis gegeten. ’s Middags met rijst en groeten en ’s avonds met salade en koude frietjes. De vis is superlekker, ze mogen mij dat elke dag geven! Wel krijg ik volgens mij telkens porties die voor 3 personen bedoeld is, ik krijg met moeite één derde van het gigantische bord leeggegeten, waardoor ik mij eerlijk gezegd een beetje schuldig voel. Ik probeer duidelijk te maken dat ze de volgende keer gewoon minder moeten geven, maar dat lukt niet zo goed, gezien ik ’s avonds weer een gigantische portie krijg.

’s Avonds wordt de stof voor de kledij van het trouwfeest meegebracht door nog een andere dochter van Manlafi. Er wordt druk over en weer gepraat, ik versta er geen snars van, maar er wordt ook veel gelachen.
Na het eten vertrekken we richting kleermaker om mijn maten op te meten, ik zal dezelfde stof dragen als de rest van de vrouwen van de familie van Manlafi op het huwelijk van zijn dochter.

Als we terugkomen, het is al pikdonker, neem ik nog eventjes plaats buiten. De maan zorgt voor genoeg licht om nog eventjes met 7 van de kinderen te praten buiten. Ze praten een klein mondje Engels. We komen overeen dat zij mij Mandinka leren en dat ik hun Engels leer, een mooie overeenkomst!


Na een heel lange dag ga ik eindelijk slapen.

woensdag 8 februari 2017

Oef! (6 februari 2017)

Dat was even spannend aan de check-in in de luchthaven.
Iedereen houdt zijn internationale paspoort klaar om in te checken en ik heb enkel mijn Belgische identiteitskaart mee.
Een klein stemmetje in mijn hoofd zegt:”Je hebt de ambassade van The Gambia gebeld, het is OK”.
Tot de dame aan de balie blijft vragen naar mijn paspoort.
Na even over en weer gebeld te hebben blijk ik toch binnen te kunnen in The Gambia met mijn Belgische identiteitskaart en kan mijn reis pas echt starten.
Na een kleine 6 uur vliegen stap ik van het vliegtuig de warmte van The Gambia in.
We stappen allemaal een luchthavenbus in. Een paar meter verder zie ik een gebouw met daarop “arrivals”. Het is echt niet ver, een vijftigtal meter en ik heb enkel mijn handbagage in de hand. Ik begin me af te vragen of er nog een “arrivals” is dan deze, gezien we allemaal in de bus moeten.

De bus maakt een grote lus om uiteindelijk toch bij de eerste “arrivals” aan te komen. Om die vijftig meter, die we gemakkelijk te voet hadden kunnen overbruggen, hebben we zojuist met de bus een kleine kilometer afgelegd.

donderdag 2 februari 2017

Activiteiten Gambia

Hallo allemaal,

Maandag ontmoette ik Gerda De Cock van Education beats Poverty die zich inzet voor onderwijs voor iedereen in The Gambia. Ze werkt er ondertussen samen met 2 scholen.
Haar organisatie zorgt voor didactisch materiaal, lonen voor de onderwijzers, enz...
Zij heeft mij wegwijs gemaakt in hoe alles verloopt in de Primary School in Gunjur en wat mijn taak daar zal zijn.
Hier volgt een voorproefje van hoe het er daar aan toe gaat.

Ik kreeg van Gerda ook de zeer leuke opdracht om Engelstalige boeken te kopen voor het oprichten van een bibliotheek voor de Primary School in Gunjur.
Ik voelde mij als een kind in een snoepenwinkel in de boekhandel 'Waterstones' te Brussel!
Ik heb een scala van boeken aangekocht om de bibliotheek op te starten: prentenboeken, leesboekjes, enz...
Ik zal in Gunjur in de Primary School Engels geven volgens de 'Jolly Phonics Method' die een beetje gelijkaardig is aan onze 'Veilig leren lezen' methode.
De kinderen van het eerste leerjaar spreken nog geen Engels, of toch niet veel. Mandinka is de meest voorkomende taal in Gambia en is de opvoedingstaal van de kinderen. Er worden naast het Mandinka nog een paar andere talen gesproken zoals Wolof, Fulani, Dyda, Serer, enz... Ze maken pas kennis met het Engels als ze starten met school

Naast de Gunjur Primary School zou ik mij willen inzetten voor de organisatie AFNOW, die weduwen en weeskinderen ondersteunt. Zij zorgen dat weeskinderen opgenomen worden in de 'grote familie' en dat de weduwen aan de hand van een krediet een zaak kunnen opstarten om te voorzien levenonderhoud en dat van hun kinderen.
http://www.afnow-gambia.org/

That's all for now!

Ik ga beginnen pakken voor mijn vertrek maandag!