Met mijn eindstage in zicht denk ik vaak terug aan Gambia.
De hectiek van het dagelijkse leven hier in België is zo anders dan het leven in Gambia. Heimwee naar daar is niet veraf als ik denk aan al het werk dat nog voor me ligt.
Hoezeer Gambia me veranderd heeft heb ik op dit ogenblik nog geen idee van, ik heb nauwelijks tijd om na te denken, laat staan stil te staan bij voorbije ervaringen.
Ik hunker reeds naar de vakantie, hopelijk afgestudeerd, met eindelijk eens tijd om te rusten en stil te staan bij alles.
Als alles te druk wordt keer ik in mijn hoofd even terug naar de namiddagen in Gambia, net na het middaggebed en de lunch, wanneer iedereen buiten in de schaduw zit en praat met elkaar en wat fruit eet en thee drinkt, hakuna matata.
zaterdag 15 april 2017
zondag 19 maart 2017
Afscheid
Afscheid
Mijn dag van vertrek
breekt aan.
Het is een rustige dag
die ik spendeer bij mijn nieuw verworven familie.
Ik koop nog een grote zak
met chips om ’s avonds aan de kinderen uit te delen als verrassing. Manlafi
vraagt wat ik als laatste avondmaal wil. Als ik zeg dat ik brood met bonen wil
kijkt hij me raar aan. Hij vraagt mij waarom ik niets speciaals wil. Ik
antwoord dat alles voor mij in Gambia speciaal is.
Alles smaakt en ruikt
hier anders en is voor mij speciaal, ik zal Gambia en mijn nieuwe familie
missen.
’s Avonds overhandigt
Manlafi mij een certificaat voor mijn stage die ik hier volbracht heb.
Hij begint om zachte toon
te spreken over de gewoonte om afscheid te nemen van vrienden en zegt mij het
volgende:
Als er dingen zijn die we
gedaan hebben of die je gestoord hebben, vragen wij vergiffenis. Als er dingen
zijn die jij gedaan hebt die ons tegen de borst gestoten hebben, dan vergeven
we jou.
De volgende dag
vertrekken we met een volle bus richting luchthaven. Iedereen die niet naar
school moest wou mee.
Ik neem afscheid van de
moeders, die thuisblijven om te koken.
Op de luchthaven check ik
in met mijn bagage. Het moment van afscheid is aangebroken. Ik hou me sterk.
Manlafi begint weer over
een Gambiaanse gewoonte, ik dien deze keer zijn linkerhand te schudden.
Dit zal ervoor zorgen dat
ik snel terugkeer naar Gambia, vertelt mijn gastheer.
Ik kom zeker terug!
Gunjur Beach met de kinderen
Uitstap naar de zee
Mijn laatste weekend in
Gambia.
Ik heb de kinderen nog
een tripje naar zee beloofd.
We hebben wonjo- en
baobabsap gemaakt.
Na het gebed van 14 uur
en lunch vertrekken we met een volgeladen wagen richting strand. Zoals reeds meerdere
keren gebeurd is bij het plannen van een trip hier in The Gambia, gaan er meer
mensen mee dan ik had verwacht. Twee van de dochters van de overburen gaan ook
mee, meer volk zorgt voor meer plezier!
De moeder van de twee
meisjes werkt in een visrokerij aan het strand van Gunjur. We parkeren de wagen
bij haar in de buurt.
We vertrekken richting
strand, de kinderen zijn opgewonden en lopen voorop. Ik loop zoals steeds
achterop omdat ik meermaals stop om foto’s te trekken.
Er liggen veel boten in
het water en er zijn veel mensen aanwezig. De boten zullen nog eens uitvaren om
vis te vangen voor de avond valt.
De zee is wild en de
boten lijken klein vergeleken met de woeste golven van de Atlantische Oceaan.
We zoeken een plek om
rustig te zitten. De kinderen spelen in het zand, lopen tussen de weinige
rotsen op het strand en gaan op zoek naar kleine visjes en krabben. Het strand
ligt vol met grote schelpen. Ik vraag de kinderen een paar mooie exemplaren te
zoeken die ik kan meenemen naar huis.
Demba, één van de
geadopteerde zonen van Manlafi organiseert een loopwedstrijdje met de kinderen
op het strand.
Het strand is zalig, de
wind heeft vrij spel en het is er niet te warm. We genieten van onze
eigengemaakte sapjes.
Als de avond begint te
vallen is het terug tijd om huiswaarts te gaan.
De kinderen zijn moe van
het spelen. Ook ik zal goed slapen vannacht, de zeelucht heeft me deugd gedaan.
Juffure - James Island - Historisch verleden
Uitstap Juffure
Fatou bracht me op het
idee om naar Juffure te gaan. Juffure ligt landinwaarts aan de rivier in het
noordelijke district van The Gambia.
We moeten dus het water
op.
We bezoeken James Island,
een eiland waar vroeger de slaven ‘gestokkeerd’ werden en Juffure, waar een
museum over slavernij te bezichtigen is.
Enkel de oudere dochter
en zonen van Manlafi zullen me vergezellen.
We trekken richting de
rivier. Na een autorit van een uurtje komen we aan op de vertrekplaats. Van
hieruit nemen we de boot richting James Island en Juffure.
Eerst wordt er ontbeten.
Fatou heeft ijverig gekookt en heeft gezorgd voor kip, salade, aardappelen en
brood. Iedereen smult. Ik hoop stiekem dat er niemand zeeziek wordt op de boot.
Een Nederlandse vrouw en
haar Gambiaanse vriend vergezellen ons op de boot. We gaan op weg.
Onderweg zijn veel
mangroves te zien, er wordt veel gepraat en gelachen. In de verte zie ik
pelikanen en andere vogelsoorten. Ik geniet op het water, het is er koel in
vergelijking met het stof en de hitte aan land.
Het is een lange
boottocht, maar we krijgen land in zicht, James Island is onze eerste stop. In
de verte zie ik een paar prachtige bomen en wat ruïnes op een klein eilandje.
Ik zal toch blij zijn dat ik terug land onder mijn voeten voel. De boot is
groot en stabiel, maar me echt veilig voelen, doe ik niet. Telkens de boot even
meer naar links of naar rechts kantelt, grijp ik me vast aan de zijkant van de
boot, tot grote hilariteit van iedereen die mee is.
We gaan aan wal op James
Island. Eerst volgt er een grote fotoshoot, iedereen wil met iedereen op de
foto. Daarna kunnen we rustig het eilandje rondwandelen.
Er werden hier slaven
gehuisvest in afwachting van hun reis naar Zuid- en Noord Amerika. Het eiland
heeft geen waterbron, de wind heeft er vrij spel en een zoute lucht komt je
tegemoet. Het leven hier moet erg hard geweest zijn.
Na het bezoek aan het
eiland zetten we onze reis verder naar Juffure.
Er zijn meerdere
toeristenboten in het kleine haventje. Bij onze aankomst worden we aangeklampt
door een opdringerige restauranteigenaar die ons drankjes aanbiedt, tegen
betaling natuurlijk, en ons daarna op nogal onvriendelijke wijze eten probeert
aan te smeren. We drinken elk een frisdrank en verlaten het restaurant.
We wandelen naar het
museum. Het museum bestaat uit 3 zalen. In elke zaal bevinden zich attributen
die te maken hebben met de slavenhandel. Heel veel mensen werden van hieruit
verscheept naar Noord-en Zuid-Amerika. Er werd gebruik gemaakt van de ruzies
tussen de verschillende stammen. Men zette de stammen tegen elkaar op en zo kon
men een volledige stam uitroeien door ze allemaal gevangen te nemen en te
verschepen als slaven. Gezien de versnipperdheid van het land, verschillende
stammen, verschillende koninkrijken, waren de mensen een gemakkelijk prooi voor
de buitenlandse boten.
Ik lees dat 1/3 van
diegenen die verscheept werden het overleefde op het schip. De meesten haalden
het niet. Er was geen hygiëne aan boord. Als het mooi weer was mochten de
slaven op het dek zitten, zoniet verbleven ze in de bergruimte van het schip
waar weinig plaats was, ratten, uitwerpselen, enz…. zorgden ervoor dat enkel de
sterksten overbleven.
Hoe meer ik lees, hoe
vlugger ik hier weg wil. Het feit dat blanken een ander mensenras op deze
manier behandeld hebben, alsof ze vee, beesten, waren kan ik moeilijk
begrijpen. Ik krijg het hier benauwd.
Ik vraag me af hoe de
familieleden zich voelen. Het zijn hun voorouders die verscheept werden.
Na het museum keren we
terug naar de boot.
De trip terug is
bloedheet. Ik heb gelukkig mijn zomerhoed mee, die komt goed van pas.
We komen terug aan de
vertrekplaats. Iedereen gaat bidden. Na het gebed keren we huiswaarts.
Stageweek Madina Kunkunding Lower Basic School
Stageweek Madina Kunkunding Lower Basic School
Mijn laatste stageweek
vindt plaats in Madina Kunkunding Lower Basic School. De school situeert zich
in landelijk gebied. Sommige kinderen komen van ver.
Aan het hoofd van de
school staat een directrice, ze is erg goed georganiseerd.
Er gaan hier 460 kinderen
naar school van kleuters tot 6de leerjaar. In de voormiddag komen
kleuter, 1ste, 2de en 3de leerjaar naar school
en in de namiddag 4de, 5de en 6de leerjaar.
De school heeft een heel
mooie moestuin. De waterpomp is echter defect en moet dringend hersteld worden.
De planten hebben al 10 dagen geen water gekregen.
Vrijdag komen er Zimba dansers van de Wolof stam om geld in te zamelen voor de nieuwe waterpomp. De schoolkinderen dienen elk een ticket te kopen van 10 Dalasi en er worden een paar belangrijke mensen uitgenodigd om geld te doneren voor de school.
Tijdens deze week geef ik
les in het tweede en derde leerjaar. Ik observeer de kleuters en het eerste
leerjaar. De juf van het eerst heeft twee klassen omdat er een tekort is aan
leerkrachten. Ze heeft 50 leerlingen, maar ze heeft ze goed in de hand. Ze
geeft ook op een leuke manier les. De leerkrachten lijken hier meer gemotiveerd
dan in de andere school.
Ook hier wordt er echter
heel veel gepapegaaid. De leerkracht zegt iets in het Engels en de leerlingen
zeggen hem/haar gewoon na. Ik heb het gevoel dat er niet veel effectief geleerd
wordt. Door zelf les te geven in de klasjes hoop ik hen een andere manier van
onderwijzen te kunnen laten zien.
Dezelfde problemen doen
zich overal voor wat betreft het onderwijs hier in Gambia. Te weinig materiaal,
slechts één methode/handleiding/werkboek per vak, te weinig leerkrachten, geen
goede opleiding voor de leerkrachten, enz…..
Veranderingen zijn reeds
op til. Ik merk echter dat de leerkrachten hierdoor heel erg belast worden wat
voor veel frustratie zorgt. Hun loon stijgt niet. Tijdens de politieke
problemen in The Gambia ontvingen ze zelfs helemaal geen loon voor een aantal
maanden. Er moet nog heel veel veranderen!
Ondertussen tracht
iedereen zijn best te doen.
Abonneren op:
Posts (Atom)