zondag 19 maart 2017

Juffure - James Island - Historisch verleden

Uitstap Juffure
Fatou bracht me op het idee om naar Juffure te gaan. Juffure ligt landinwaarts aan de rivier in het noordelijke district van The Gambia.
We moeten dus het water op.
We bezoeken James Island, een eiland waar vroeger de slaven ‘gestokkeerd’ werden en Juffure, waar een museum over slavernij te bezichtigen is.
Enkel de oudere dochter en zonen van Manlafi zullen me vergezellen.
We trekken richting de rivier. Na een autorit van een uurtje komen we aan op de vertrekplaats. Van hieruit nemen we de boot richting James Island en Juffure.
Eerst wordt er ontbeten. Fatou heeft ijverig gekookt en heeft gezorgd voor kip, salade, aardappelen en brood. Iedereen smult. Ik hoop stiekem dat er niemand zeeziek wordt op de boot.


Een Nederlandse vrouw en haar Gambiaanse vriend vergezellen ons op de boot. We gaan op weg.
Onderweg zijn veel mangroves te zien, er wordt veel gepraat en gelachen. In de verte zie ik pelikanen en andere vogelsoorten. Ik geniet op het water, het is er koel in vergelijking met het stof en de hitte aan land.

Het is een lange boottocht, maar we krijgen land in zicht, James Island is onze eerste stop. In de verte zie ik een paar prachtige bomen en wat ruïnes op een klein eilandje. Ik zal toch blij zijn dat ik terug land onder mijn voeten voel. De boot is groot en stabiel, maar me echt veilig voelen, doe ik niet. Telkens de boot even meer naar links of naar rechts kantelt, grijp ik me vast aan de zijkant van de boot, tot grote hilariteit van iedereen die mee is.
We gaan aan wal op James Island. Eerst volgt er een grote fotoshoot, iedereen wil met iedereen op de foto. Daarna kunnen we rustig het eilandje rondwandelen.
Er werden hier slaven gehuisvest in afwachting van hun reis naar Zuid- en Noord Amerika. Het eiland heeft geen waterbron, de wind heeft er vrij spel en een zoute lucht komt je tegemoet. Het leven hier moet erg hard geweest zijn.





Na het bezoek aan het eiland zetten we onze reis verder naar Juffure.
Er zijn meerdere toeristenboten in het kleine haventje. Bij onze aankomst worden we aangeklampt door een opdringerige restauranteigenaar die ons drankjes aanbiedt, tegen betaling natuurlijk, en ons daarna op nogal onvriendelijke wijze eten probeert aan te smeren. We drinken elk een frisdrank en verlaten het restaurant.
We wandelen naar het museum. Het museum bestaat uit 3 zalen. In elke zaal bevinden zich attributen die te maken hebben met de slavenhandel. Heel veel mensen werden van hieruit verscheept naar Noord-en Zuid-Amerika. Er werd gebruik gemaakt van de ruzies tussen de verschillende stammen. Men zette de stammen tegen elkaar op en zo kon men een volledige stam uitroeien door ze allemaal gevangen te nemen en te verschepen als slaven. Gezien de versnipperdheid van het land, verschillende stammen, verschillende koninkrijken, waren de mensen een gemakkelijk prooi voor de buitenlandse boten.




Ik lees dat 1/3 van diegenen die verscheept werden het overleefde op het schip. De meesten haalden het niet. Er was geen hygiëne aan boord. Als het mooi weer was mochten de slaven op het dek zitten, zoniet verbleven ze in de bergruimte van het schip waar weinig plaats was, ratten, uitwerpselen, enz…. zorgden ervoor dat enkel de sterksten overbleven.
Hoe meer ik lees, hoe vlugger ik hier weg wil. Het feit dat blanken een ander mensenras op deze manier behandeld hebben, alsof ze vee, beesten, waren kan ik moeilijk begrijpen. Ik krijg het hier benauwd.


Ik vraag me af hoe de familieleden zich voelen. Het zijn hun voorouders die verscheept werden.
Na het museum keren we terug naar de boot.
De trip terug is bloedheet. Ik heb gelukkig mijn zomerhoed mee, die komt goed van pas.




We komen terug aan de vertrekplaats. Iedereen gaat bidden. Na het gebed keren we huiswaarts.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten