vrijdag 17 februari 2017
Eerste week stage
Het leven gaat hier gewoon zijn gangetje
De jongens hebben al de hele week geen
school, behalve Sulej, die gaat naar een andere school. Ook Majnima die les
volgt op mijn stageschool heeft heel de week les.
Om half vijf vertrekt één van de zonen van
Manlafi met zijn busje. Hij werkt als buschauffeur.
Na de oproep voor het eerste gebed, beter
dan eender welke wekker, beginnen de vrouwen de binnenplaats te vegen. Er zijn
hier geen vuilnisbakken, alles wordt op de grond gegooid. Als alles geveegd is
maken ze het vuur aan voor het ontbijt en wassen ze de kledij aan de kraan
buiten.
Stilletjesaan komen de jongens naar buiten
en gaan rond het vuur zitten, het is fris ’s morgens.
De auto van Manlafi wordt door één van de
jongens afgespoeld. Ik weet dat het zeven uur is, omdat Manlafi iedere morgen
naar het BBC News kijkt. Tijd om te ontbijten en me klaar te maken voor school.
De vrouwen van Manlafi vertrekken naar hun
tuin waar ze groenten kweken. Ze gaan er elke dag heen om de groenten water te
geven en een deel te oogsten voor verkoop.
Manlafi brengt mij en Majnima naar school.
Onderweg pikken we nog een paar kinderen op. Tegen de tijd dat we op school
aankomen is de auto goed gevuld.
Ik groet een paar mensen op de speelplaats. Er zijn veel mensen om rekening mee te houden op school: de directeur, twee vice-directeurs, elke graad heeft een paar oversten die de boel in de gaten houden, meestal gepensioneerde leerkrachten, en dan nog de leerkrachten van de verschillende graden.
Ik focus me op de eerste graad. Eén van de
leerkrachten is nog maar pas begonnen en is net als mij nog student en krijgt
niet veel steun. Ik heb gevraagd of mijn hulp welkom is in zijn klas. Ik
probeer hem zo goed als ik kan bij te staan.
Alles is hier anders. De leerlingen spreken
thuis Mandinka. Wanneer ze starten met school, wordt beslist door de ouders.
Sommigen starten het eerste leerjaar pas als ze 11 of 13 jaar oud zijn. De
meesten zijn ietsje jonger, maar de eerste graad is hun eerste kennismaking met
het Engels. Ze moeten dus op het moment
dat ze leren lezen en schrijven ook een
nieuwe taal leren. Sommigen gingen reeds naar de kleuterklas en hebben als een
stapje voor op de rest.
Ik ervaar dezelfde moeilijkheden qua
meertaligheid als in ons onderwijs.
Engels is hier de nationale taal en heel
belangrijk. In het gebied waar ik verblijf spreken ze hoofzakelijk Mandinka,
maar het land heeft vele regio’s. In een andere regio spreken ze Wollof, in nog
een andere Fulla, enz…. Het is dus belangrijk in dit land om een
gemeenschappelijke taal te hebben om elkaar te kunnen verstaan: het Engels.
Door de verkiezingen en de problemen achteraf hebben de scholen maanden stilgelegen. De kinderen komen ook niet regelmatig naar school. Er zijn geen vaste regels, geen afwezigheidsdocumenten die dienen afgegeven te worden. Door de onregelmatige aanwezigheid van de leerlingen is het heel moeilijk om een bepaald niveau te garanderen in de klas.
Ik moet het in mijn achterhoofd houden dat ik in The Gambia ben en niet in België. Als ik begin te vergelijken heb ik enkel frustratie in mijn hoofd.
Ik probeer Jusuffa, de student die lesgeeft in het eerste leerjaar nu te helpen met de kinderen. Na een week zie ik al vooruitgang in de klas, we zijn dan ook met twee!
zondag 12 februari 2017
Huwelijksdag! (10 februari 2017)
De dag van het huwelijk (10 februari 2017)
De dag begint zoals ze gisteren geëindigd
is, met koken. De vrouwen komen druppelsgewijs binnen op de binnenplaats, maken
een praatje en beginnen groenten te schillen enz….
Alles gaat rustig zijn gangetje. De
toekomstige bruid heeft haar eerste jurk aan, een knalrode. Ze heeft heel veel
make-up op en lange ‘valse’ haren. Zo loopt ze een paar uur rond met haar GSM
in de hand. Ondertussen komt er nog meer volk binnen. Er wordt thee gedronken
en gegeten.
Daba, de bruid, heeft haar tweede jurk
aangetrokken. Het is tijd om te vertrekken. De bruid gaat naar de compound van
de bruidegom om te trouwen. Het is een islamitisch huwelijk, en ook het enig
huwelijk. Hier wordt niet getrouwd in het gemeentehuis, er is ook geen
huwelijksboekje of huwelijkscontract. De bruidegom heeft 5000 dalasi (ongeveer
100 euro) betaald voor de bruid in overeenkomst met de vader van de bruid. Het
is ook de vader van de bruid die toestemming heeft gegeven voor het huwelijk.
Daba is weg. De ceremonieband arriveert.
Djembe’s worden uitgeladen uit het busje. Eerst krijgt de groep te eten. Ik
vlucht af en toe weg naar de rust van mijn kamer, want het wordt hier
behoorlijk druk.
Achter de keuken weerklinkt het geluid van
getrommel. Ik ga kijken. De oudere vrouwen staan lachend te dansen. De eerste
vrouw van Manlafi ontvangt geld van de dansende vrouwen en doet dit in een
schaal. Terwijl de vrouwen dansen wordt er meer geld uitgedeeld en in de schaal
gelegd.
Een tijdje later begint de ceremonieband en
hetzelfde gebeurt hier. De tweede vrouw van Manlafi leidt een groep vrouwen in
de cirkel en iedereen doneert geld in de schaal. Ik vermoed dat dit naar de
familie en naar de bruid gaat.
Ondertussen krijgt iedereen te eten en te
drinken. Het dansen gaat gewoon door alsook het gooien (als ik het zo mag
noemen) met het geld.
De bruid heeft ondertussen honger gekregen.
Één van haar broers gaat haar eten brengen en ik mag mee. We gaan naar het
dorp. Daba en haar entourage zitten in een klein kamertje bij een vrouw die
make-up aanbrengt bij één van de meisjes. Ze ziet er een paar tonen bleker uit
en heeft extra grote valse wimpers aan.
We keren terug naar het huwelijksfeest. Het
volk blijft maar toestromen. Gelukkig krijg ik het gezelschap van een paar
kinderen, dan voel ik me niet zo alleen in deze gigantische menigte. Ik probeer
alles in me op te nemen, maar er is overal zoveel te zien!
Daba arriveert in weer een andere jurk en
wordt naar het midden van de cirkel gebracht. Een menigte danst rond haar en
weer wordt er met geld gegooid. Dit doet ze nog een 4-tal keer.
Uiteindelijk arriveert de man van Daba en
gaan ze nog eens gezamenlijk naar de cirkel, de menigte volgt. Het wordt me
iets te druk. Ik besluit vanop een afstand toe te kijken. Helaas, de broers
komen me halen, ik MOET foto’s nemen van het koppel. Natuurlijk!
Om 23 uur wordt de muziek stopgezet. Het
volk keert huiswaarts. Een gigantische hoop rommel blijft achter op de
binnenplaats. Ik help nog wat met opruimen en kruip uitgeput in bed.
Eerste schooldag (8 februari 2017)
Eerste schooldag (8 februari 2017)
Vandaag ga ik voor de eerst keer kennismaken met de stageschool. Ik
neem mijn camera nog niet mee uit beleefdheid. Ik wil dat ze mij eerst leren
kennen voor ik achter mijn lens kruip. Dus jammer genoeg nog geen foto’s van de
school.
Ik neem alvast de boeken mee die ik kocht om de schoolbibliotheek
aan te vullen.
We komen aan op school. Opnieuw is het Manlafi die me introduceert,
eerst bij de hulpdirecteur Osman, want de directeur zelf is op bezoek bij een
zieke leerkracht. De directeur blijft niet lang weg. Manlafi vertelt de
directeur wie ik ben en waarom ik hier ben.
Daarna volgt een rondleiding door de school. Ik zal eerst
kennismaken met de eerste graad, daarna de tweede graad en tenslotte de derde
graad. Tegen het einde van de rondleiding ben ik uitgeput. 3 graden met in elke
graad gemiddeld 7 klassen en per klas tussen de 40 à 50 kinderen. Dat wil zeggen
dat ik zojuist een 800-tal kinderen de revue heb zien passeren.
Morgen ga ik terug om te observeren.
De rest van de dag verloopt rustig.
Als ik op de compound aankom krijg ik meteen te eten. Ze willen dat
je als gast niets tekort komt.
Er begint familie toe te stromen voor het trouwfeest. Eén van de
zonen van Manlafi is aangekomen. We praten over The Gambia en België en de
verschillen, maar ook de gelijkenissen.
Wat me opvalt is dat familie hier nog heel erg leeft, enorm leeft
zelfs. Iets waar we in België veel van kunnen leren.
Observatiedag en voorbereidingen voor het huwelijk (9 februari 2017)
Opnieuw wordt ik gewekt door het geluid van het gebed uit de moskee.
Ik besluit deze keer niet onmiddellijk op te staan. Een muis heeft zitten
knagen aan mijn stokbrood en heeft me een paar keer wakker gemaakt vanacht. Ik
blijf dus nog eventjes liggen.
Ik maak mijn rugzak klaar met water, hoed, camera en ben klaar om
naar school te gaan.
Ik start in de allereerste klas in de rij. Er zijn zeven klassen van
het eerste leerjaar. Voor de pauze observeer ik in deze klas en na de pauze
verhuis ik naar de klas ernaast. Ik wil de leerkrachten niet te veel belasten.
De eerste leraar is heel jong en nerveus. Ik stel hem gerust en zeg
hem dat ik mij onzichtbaar zal maken achteraan in de klas, voor zover dat
mogelijk is al blanke op de school. De leraar start zijn les, hij introduceert
de ‘u’ in de klas volgens de ‘Jolly Phonics’ methode, een methode die
gelijkaardig is aan ons ‘veilig leren lezen’. Ik merk dat de leraar nog niet
erg ervaren is om te werken met de methode. Hij wil dat het te snel gaat.
Na een tijdje verontschuldigd hij zich en zegt dat hij nog in
training is als leraar. Ik stel hem nogmaals gerust en zeg hem dat ik ook een
student ben en nog veel moet leren en dat we elkaar kunnen helpen.
De kinderen hebben nu al 2,5 uur doorlopend les gekregen en worden
heel onrustig. Ik stel hem voor om een spelletje met de kinderen te spelen. Ik
leg hem het spel ‘dirigentje’ uit. Het duurt een tijdje eer ik het uitgelegd
krijg. Na een paar keer proberen begint het te lukken. 41 leerlingen is wel
veel om in een kring dirigentje te spelen, er wordt wat geduwd en getrokken,
maar al bij al lukt het aardig. Even adempauze voor de leraar.
Na de pauze observeer ik in de andere klas. De juf heeft iets meer
discipline. Ze is dan ook al meer ervaren en geeft al 4 jaar les.
Ik merk dat een groot deel van de klas problemen heeft met het
hakken en plakken van de letters.
Een andere juf komt binnen en vertelt dat de school, wegens de
politieke onrust, bijna twee maanden leeg gebleven is. De ouders hadden schrik
om hun kinderen naar school te sturen.
De leerkrachten dienen dus van nul terug te beginnen!
Ik denk dat ik weet wat mijn taak zal zijn de volgende vier weken:
Ik wil de leerkrachten helpen zoveel mogelijk achterstand weg te werken. Ze
hebben de hulp hard nodig!
Als ik terug op de compound kom is het een drukte van jewelste.
Vrouwen komen de poort binnen en installeren zich, ze kletsen erop los. De
vrouwen groeperen zich. Één groep houdt zich bezig met het maken van baobabsap,
een andere groep maakt caçave klaar, nog een andere groep reinigt de kip. Er is
diepgevroren kip gekocht. Normaal, als er kip gegeten wordt, nemen ze een kip
uit de tuin, levend, en maken ze deze een kopje kleiner om ’s middags op mijn
bord te verschijnen.
Er blijven mensen aankomen. Er is een enorme drukte en ik kom ogen
tekort om alles te zien wat rond mij gebeurt.
Ondertussen heeft Daba, de dochter die morgen zal trouwen, zich
teruggetrokken in een kamer samen met vriendinnen. Ze maakt zich klaar voor
morgen. Ook de bruidsmeisjes worden voorzien van vals haar, heel fascinerend om
te zien.
De avond valt, de groepen vrouwen vertrekken om morgen terug te
komen, vrees ik. Ze verwachten 300 gasten voor het huwelijk. Ik denk dat ik
vroeg in mijn bed zal kruipen om de drukke dag van morgen te overleven.
Introductie in de gemeenschap (7 februari 2017)
Ontmoeting met imam en dorpshoofden (7 februari 2017)
Na een korte nacht, ik word gewekt door het geluid van het gebed in
de moskee, drink ik eerst een tas koffie om wakker te worden.
Het is nog stil buiten. Mijn gastheer vertrekt naar de moskee om te
bidden en de oudste dochters beginnen de binnenplaats te vegen. Als alles
geveegd is is het tijd om de was te doen. De kledij wordt gewassen en
opgehangen, daarna beginnen de meisjes aan de lunch. De jongens worden later
wakker en maken zich klaar om naar school te gaan. Er is maar één jonger meisje
in de familie die naar school gaat, maar zij dient eerst mee te helpen met de
taken in en rond het huis.
Mijn gastheer vertrekt naar een naamgevingsceremonie en zal mij later
komen halen om mijn respect te tonen aan de imam en de dorpshoofden.
Ik dien colanoten te kopen om dit aan hen te schenken tijdens mijn
bezoek.
Na de lunch valt alles hier stil. Iedereen zit samen buiten en
kletst er op los of doet een dutje. Ik heb deze tijd nodig om de uitgebreide
familie van Manlafi te leren kennen. Op de compound wonen niet alleen zijn twee
vrouwen en kinderen, er wordt ook gezorgd voor andere leden van de familie en
gezien één van de dochters vrijdag trouwt komt er nog meer volk dan anders over
de vloer. Veel mensen om te leren kennen!
Rond vijf uur is mijn gastheer terug en vertrekken we richting
imam. We rijden het centrum van Gunjur
in. Manlafi lijkt iedereen te kennen en we stoppen herhaaldelijk om hallo te
zeggen en een praatje te slaan. Iedereen is even nieuwsgierig. Ik koop de
cocanoten bij een broer van Manlafi.
We komen aan bij de imam, hij is al oud en heeft amper tanden in
zijn mond. Ik vraag me af hoe hij op die noten gaat kauwen. We gaan binnen in
een ontvangstruimte. Eerst dien ik mijn schoenen uit te doen. Manlafi voert het
woord en legt uit waarom ik in Gunjur ben. De imam belooft voor mij te bidden
zodanig dat alles vlot en voorspoedig verloopt, het geeft me een warm gevoel.
De imam heeft een heel grote rol in het dorp. Hij zorgt voor het gebed vijf
maal per dag, maar hij zorgt ook voor éénheid in de gemeenschap. Als er
problemen zijn gaan de mensen eerst naar de imam, ook bij echtelijke
moeilijkheden. De imam is het luisterend oor voor de mensen en door zijn
tussenkomst worden heel veel problemen opgelost. Ik bedank de imam voor zijn
gebeden en schenk hem de cocanoten.
Daarna gaan we richting dorpshoofden. De burgemeester zit rustig
buiten te keuvelen met één van zijn assistenten. Opnieuw wordt het verhaal
gedaan waarom ik hier ben en opnieuw wordt me succes gewenst. Ik voel me zeer
welkom in de gemeenschap.
We gaan huiswaarts. Het is ondertussen een beetje afgekoeld en
iedereen gaat douchen voor het eten. Na het eten zit iedereen ’s avonds buiten
of als er elektriciteit is zit iedereen voor de televisie. De elektriciteit
valt hier geregeld uit, dus veel kans om te kijken is er niet.
Mijn ogen beginnen toe te vallen, teken dat de dag lang genoeg
geduurd heeft.
Kennismaking met het gastgezin
Manlafi staat me samen met zijn jongste zoon Abdulkarim op te
wachten in de aankomsthal.
Op het bordje staat “Sofia Tores”, een foutje die nog al eens
gebeurd wanneer men mijn naam schrijft. Vanaf nu ben ik dus “Sofia Tores”.
Een jongeman begeleidt ons naar de wagen, mijn gastheer, die niet
meer van de jongste is, sleept mijn kar met koffers naar de wagen toe. De
jongeman doet niets om een handje toe te steken. Toch dien ik een fooi te
betalen, alsook aan de jongeman in de rolstoel die over de auto gewaakt heeft.
We gaan op weg.
Het is warm.
Overal zie ik mensen langs de baan.
Af en toe is er een wachtpost en moeten we even stoppen, normaal
gezien worden dan alle documenten van de wagen gecontroleerd, maar na een paar
vriendelijke woorden mogen we onze weg verderzetten.
Langs de weg zie ik veel mangobomen, sinaasappelbomen, papaya,…
Overal lopen schapen, koeien steken zomaar de weg over, mensen ook,
levensgevaarlijk!
Ik zie veel auto’s, maar ook veel karren met paarden of ezels,
fietsen en een paar bromfietsen.
Langs de weg staan veel winkels waar vanalles te koop is, van
garagepoorten tot vers fruit.
Manlafi praat met mij over de politieke situatie van zijn land. Er
is hoop, heel veel hoop. Tijdens het oude regime werden heel veel mensen zonder
reden opgepakt en gefolterd. Je moest steeds over je schouder kijken, niets was
veilig.
Nu, met de nieuwe president, zal alles veranderen. “We zijn
eindelijk vrij”, zegt hij.
Op 10 februari trouwt de dochter van Manlafi. Ze verwachten een heel
veel gasten, “in the hundreds”. Ik kijk al uit om de voorbereidingen en het
feest zelf mee te maken!
Op 18 februari wordt de nieuwe president gehuldigd, op “independence
day”! De ex-president vierde deze dag nooit. Een nieuw begin voor The Gambia.
We komen aan op de compound.
Aarzelend komt iedereen mij groeten, “hello, how are you?”, het
zinnetje dat ik het meest zal horen vandaag.
Manlafi toont mijn kamer. Ik zie een grote kamer met een groot tweepersoonsbed, een tafel,
twee stoelen, ik voel me verwend. Er gaat nog een deur open, ik zie een toilet en een emmer en een afvoergatje in de
grond. Ik dien water te halen aan de kraan om me dan hier te kunnen douchen,
met emmer en plastic kopje.
Ik had zoveel luxe echt niet verwacht, maar het is leuk om te weten
dat ik toch een plekje voor mezelf zal hebben de volgende 5 weken.
Ik breng de hele dag door met de familie. Ze praten “Mandinka”, ik
versta er eerlijk gezegd geen woord van. Af en toe sluipt er een Engels woord
tussen.
De dochter van Manlafi loopt heel de tijd heen en weer, ze kookt,
wast, veegt, enz… De zonen lopen af en aan, maar voeren eerlijk gezegd niet
veel uit. Huishoudelijke taken zijn in The Gambia voor de vrouw.
Er wordt mij gevraagd of ik chinese thee lust. Natuurlijk lust ik
thee. Één van de zonen van Manlafi begint met kolen op te warmen, plaatst daar
een theepot op met wat theebladeren in en begint dan aan een soort ritueel die
ik nog nooit gezien heb. Hij giet de thee uit de pot, die veranderd is in een
schuimende massa en giet dan de thee afwisselend van het ene glas in het
andere. Een bruin goedje met heel veel schuim, zo ziet de thee eruit. Als ik
het uiteindelijk, na heel veel overgieten in mijn handen krijg smaakt het
effectief naar jasmijnthee, maar dan mierzoet.
Er wordt ook constant fruit gegeten, vooral sinaasappelen. De
binnenkoer staat vol met sinaasappelbomen en iedereen plukt, als hij/zij daar
zin in heeft, gewoon een sinaasappel uit de boom. Abdulkarim, de jongste van
allemaal, heeft er volgens mij al meer dan tien opgegeten sinds ik hier
aangekomen ben.
Het eten dat ik aangeboden krijg is lekker, ik heb vandaag al twee
keer vis gegeten. ’s Middags met rijst en groeten en ’s avonds met salade en
koude frietjes. De vis is superlekker, ze mogen mij dat elke dag geven! Wel
krijg ik volgens mij telkens porties die voor 3 personen bedoeld is, ik krijg
met moeite één derde van het gigantische bord leeggegeten, waardoor ik mij
eerlijk gezegd een beetje schuldig voel. Ik probeer duidelijk te maken dat ze
de volgende keer gewoon minder moeten geven, maar dat lukt niet zo goed, gezien
ik ’s avonds weer een gigantische portie krijg.
’s Avonds wordt de stof voor de kledij van het trouwfeest
meegebracht door nog een andere dochter van Manlafi. Er wordt druk over en weer
gepraat, ik versta er geen snars van, maar er wordt ook veel gelachen.
Na het eten vertrekken we richting kleermaker om mijn maten op te
meten, ik zal dezelfde stof dragen als de rest van de vrouwen van de familie
van Manlafi op het huwelijk van zijn dochter.
Als we terugkomen, het is al pikdonker, neem ik nog eventjes plaats
buiten. De maan zorgt voor genoeg licht om nog eventjes met 7 van de kinderen
te praten buiten. Ze praten een klein mondje Engels. We komen overeen dat zij
mij Mandinka leren en dat ik hun Engels leer, een mooie overeenkomst!
Na een heel lange dag ga ik eindelijk slapen.
woensdag 8 februari 2017
Oef! (6 februari 2017)
Dat was even spannend aan de check-in in de luchthaven.
Iedereen houdt zijn internationale paspoort klaar om in te checken
en ik heb enkel mijn Belgische identiteitskaart mee.
Een klein stemmetje in mijn hoofd zegt:”Je hebt de ambassade van The
Gambia gebeld, het is OK”.
Tot de dame aan de balie blijft vragen naar mijn paspoort.
Na even over en weer gebeld te hebben blijk ik toch binnen te kunnen
in The Gambia met mijn Belgische identiteitskaart en kan mijn reis pas echt
starten.
Na een kleine 6 uur vliegen stap ik van het vliegtuig de warmte van
The Gambia in.
We stappen allemaal een luchthavenbus in. Een paar meter verder zie
ik een gebouw met daarop “arrivals”. Het is echt niet ver, een vijftigtal meter
en ik heb enkel mijn handbagage in de hand. Ik begin me af te vragen of er nog
een “arrivals” is dan deze, gezien we allemaal in de bus moeten.
De bus maakt een grote lus om uiteindelijk toch bij de eerste
“arrivals” aan te komen. Om die vijftig meter, die we gemakkelijk te voet
hadden kunnen overbruggen, hebben we zojuist met de bus een kleine kilometer
afgelegd.
donderdag 2 februari 2017
Activiteiten Gambia
Hallo allemaal,
Maandag ontmoette ik Gerda De Cock van Education beats Poverty die zich inzet voor onderwijs voor iedereen in The Gambia. Ze werkt er ondertussen samen met 2 scholen.
Haar organisatie zorgt voor didactisch materiaal, lonen voor de onderwijzers, enz...
Zij heeft mij wegwijs gemaakt in hoe alles verloopt in de Primary School in Gunjur en wat mijn taak daar zal zijn.
Hier volgt een voorproefje van hoe het er daar aan toe gaat.
Ik kreeg van Gerda ook de zeer leuke opdracht om Engelstalige boeken te kopen voor het oprichten van een bibliotheek voor de Primary School in Gunjur.
Ik voelde mij als een kind in een snoepenwinkel in de boekhandel 'Waterstones' te Brussel!
Ik heb een scala van boeken aangekocht om de bibliotheek op te starten: prentenboeken, leesboekjes, enz...
Ik zal in Gunjur in de Primary School Engels geven volgens de 'Jolly Phonics Method' die een beetje gelijkaardig is aan onze 'Veilig leren lezen' methode.
De kinderen van het eerste leerjaar spreken nog geen Engels, of toch niet veel. Mandinka is de meest voorkomende taal in Gambia en is de opvoedingstaal van de kinderen. Er worden naast het Mandinka nog een paar andere talen gesproken zoals Wolof, Fulani, Dyda, Serer, enz... Ze maken pas kennis met het Engels als ze starten met school
Naast de Gunjur Primary School zou ik mij willen inzetten voor de organisatie AFNOW, die weduwen en weeskinderen ondersteunt. Zij zorgen dat weeskinderen opgenomen worden in de 'grote familie' en dat de weduwen aan de hand van een krediet een zaak kunnen opstarten om te voorzien levenonderhoud en dat van hun kinderen.
http://www.afnow-gambia.org/
That's all for now!
Ik ga beginnen pakken voor mijn vertrek maandag!
Maandag ontmoette ik Gerda De Cock van Education beats Poverty die zich inzet voor onderwijs voor iedereen in The Gambia. Ze werkt er ondertussen samen met 2 scholen.
Haar organisatie zorgt voor didactisch materiaal, lonen voor de onderwijzers, enz...
Zij heeft mij wegwijs gemaakt in hoe alles verloopt in de Primary School in Gunjur en wat mijn taak daar zal zijn.
Hier volgt een voorproefje van hoe het er daar aan toe gaat.
Ik kreeg van Gerda ook de zeer leuke opdracht om Engelstalige boeken te kopen voor het oprichten van een bibliotheek voor de Primary School in Gunjur.
Ik voelde mij als een kind in een snoepenwinkel in de boekhandel 'Waterstones' te Brussel!
Ik heb een scala van boeken aangekocht om de bibliotheek op te starten: prentenboeken, leesboekjes, enz...
Ik zal in Gunjur in de Primary School Engels geven volgens de 'Jolly Phonics Method' die een beetje gelijkaardig is aan onze 'Veilig leren lezen' methode.
De kinderen van het eerste leerjaar spreken nog geen Engels, of toch niet veel. Mandinka is de meest voorkomende taal in Gambia en is de opvoedingstaal van de kinderen. Er worden naast het Mandinka nog een paar andere talen gesproken zoals Wolof, Fulani, Dyda, Serer, enz... Ze maken pas kennis met het Engels als ze starten met school
Naast de Gunjur Primary School zou ik mij willen inzetten voor de organisatie AFNOW, die weduwen en weeskinderen ondersteunt. Zij zorgen dat weeskinderen opgenomen worden in de 'grote familie' en dat de weduwen aan de hand van een krediet een zaak kunnen opstarten om te voorzien levenonderhoud en dat van hun kinderen.
http://www.afnow-gambia.org/
That's all for now!
Ik ga beginnen pakken voor mijn vertrek maandag!
Abonneren op:
Posts (Atom)